18 mei 2016

Integraal Plan moet Boven-Zeeschelde veiliger, bevaarbaarder en natuurlijker maken

Almaar meer schepen varen de Boven-Zeeschelde op. Maar hoe garanderen we de doorvaart in de toekomst? En hoe houden we het rivierdeel tussen Gent en Hoboken tegelijkertijd ook natuurlijk veerkrachtig en veilig? Voor die uitdagingen zoeken wetenschappers oplossingen in het kader van het Integraal Plan Boven-Zeeschelde.

De binnenvaart boomt, en dat betekent dat de Boven-Zeeschelde heel wat trafiek te slikken krijgt. Maar kunnen we de veiligheid en toegankelijkheid op het rivierdeel tussen Gent en Hoboken wel garanderen? Zo blijkt uit monitoring dat er de slibconcentraties in de rivier toenemen, en dan vooral in de Boven-Zeeschelde. Wat zijn de gevolgen voor het ecologische evenwicht? En hoe beïnvloedt de situatie de rest van het estuarium? Die uitdagingen worden nu onderzocht in het kader van het Integraal Plan Boven-Zeeschelde.

Integrale visie

Met het Integraal Plan Boven-Zeeschelde wil de Vlaamse waterwegbeheerder Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) de Boven-Zeeschelde opnieuw inrichten op basis van een integrale visie. Zo moeten alle functies van de rivier op een duurzame manier met elkaar verzoend worden: veiligheid, natuur, bevaarbaarheid en recreatie. Vanaf juni zal W&Z daarvoor mogelijke strategieën en alternatieven uitwerken. Op basis daarvan maakt de waterwegbeheerder in samenspraak met de stuurgroep en de klankbordgroep het Integraal Plan op. Dat plan zal tegen midden 2017 afgerond zijn.

Onder de radar

Michaël De Beukelaer-Dossche, projectingenieur bij W&Z, heeft het project onder zijn hoede: “In het onderzoek naar het Schelde-estuarium bleef de Boven-Zeeschelde wat onder de radar. Met het onderzoek voor het Integraal Plan Boven-Zeeschelde willen we een beter inzicht krijgen in de werking van de processen in dat deel van het estuarium. Met die informatie gaan we een strategie uitwerken om de diverse uitdagingen in de Boven-Zeeschelde krachtig aan te pakken. Dat willen we doen met respect voor de verschillende functies van de rivier.”

Getijslag

“Uit onderzoek blijkt dat de Boven-Zeeschelde voor grote uitdagingen staat, onder meer op vlak van de veiligheid. In het kader van het Sigmaplan zijn de afgelopen jaren al heel wat ingrepen uitgevoerd in de regio. Maar we moeten rekening houden met nog meer kans op wateroverlast. Denk maar aan de getijslag, het verschil tussen hoog- en laagwaterstand. Die is de afgelopen eeuw alleen maar toegenomen. Dat kan negatieve effecten hebben op de veiligheid en het ecologische evenwicht, dus dat moeten we in de gaten houden. Een systeemomslag zou bijvoorbeeld het gevolg kunnen zijn van de toegenomen getijslag.”

“Veiligheid, natuur, bevaarbaarheid: de Boven-Zeeschelde staat voor grote uitdagingen.”

Michaël De Beukelaer-Dossche

Stap voor stap

Voor het onderzoek doet W&Z een beroep op gespecialiseerde partners, zoals het Waterbouwkundig Laboratorium, de Universiteit Antwerpen, het Instituut voor Natuuren Bosonderzoek en de studiebureaus IMDC en Tractebel. Ze worden bijgestaan door EGIPUS, een werkgroep met internationale experts. Michaël De Beukelaer-Dossche: “De onderzoekers gaan de werking van dit gedeelte van de rivier eerst nauwkeurig bestuderen. Daarvoor hebben ze verschillende computermodellen ontwikkeld die gevoed worden met de vele monitoringdata die de afgelopen jaren zijn verzameld. Ze willen te weten komen welke impact de ingrepen in de toekomst zullen hebben. Bestaat er echt een risico op een systeemomslag? En welke ingrepen zijn er nodig om de Boven-Zeeschelde op lange termijn duurzaam in te richten en te beheren?”

Klankbord

De onderzoekers koppelen hun bevindingen regelmatig naar elkaar terug. Er is ook een stuurgroep ingesteld, met vertegenwoordigers van de Vlaamse overheidsinstellingen, en een klankbordgroep waarin belanghebbenden uit het maatschappelijke middenveld feedback kunnen geven. “Die uitwisseling is cruciaal voor het welslagen van het project”, zegt Michaël De Beukelaer-Dossche. “We willen terugvallen op een breed draagvlak. Dat bereiken we enkel door open te communiceren en de betrokkenen te laten meedenken tijdens het traject.”

Van duurzaam beheerplan naar integraal plan

Eerder maakte W&Z al een Duurzaam Beheerplan voor de Boven-Zeeschelde op: een plan om onderhoudsbaggerwerken van de vaargeul structureel aan te pakken en schorrand- en slikbeheer met een beslisschema te ondersteunen. Dit duurzamere beheer moet voorzien in kwalitatievere ruimte voor natuur naast de vaargeul. De werken worden nu stap voor stap uitgevoerd met financiële steun van Europa via het programma Connecting Europe Facility. Michaël De Beukelaer-Dossche: “Vroeger baggerden we pas wanneer er problemen opdoken, bijvoorbeeld als schippers ons lokale ondieptes meldden. Maar dan is het eigenlijk al te laat. Voor zandwinning werd ook regelmatig buiten de vaargeul gebaggerd. Die werken hadden nadelige effecten op de kwaliteit van de slikken. Vandaar het Duurzaam Beheerplan: dat stippelt de onderhoudsbaggerwerken voor de komende twintig jaar uit in een vastgelegd vaargeulprofiel. In augustus starten we met de initiële baggerwerken en enkele pilootprojecten om baggerwerken in de toekomst te verminderen. Daarna zijn er enkel nog af en toe onderhoudsbaggerwerken nodig. Daarbij houden we voortdurend rekening met de natuur. Zo volgen we binnen het monitoringprogramma MONEOS de natuurwaarden in het gebied zorgvuldig op. En om een globale visie op het beheer van de getijdennatuur te ontwikkelen, hebben we een beroep gedaan op experts van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Met het Duurzaam Beheerplan hebben we de eerste stap gezet om natuur en binnenvaart in de Boven-Zeeschelde te verzoenen. Met de ontwikkeling van het Integraal Plan Boven-Zeescheldegaan we verder op die ingeslagen weg.”