06 april 2022

IMMERSE presenteert 15 oplossingen voor estuariene ontwikkeling

Op 23 en 24 maart 2022 vond de eindconferentie van het IMMERSE-project plaats. Op de conferentie stonden de 15 oplossingen rond estuarien beheer centraal. Op de tweede dag stond een excursie per boot langsheen de Beneden-Zeeschelde op het programma.

Meerdere mensen zittend aan ronde tafels en kijkend naar een panelgesprek tijdens IMMERSE

Binnen IMMERSE werken projectpartners uit zes landen sinds 2018 samen aan maatregelen als antwoord op de uitdagingen van zeven estuaria in het Noordzeegebied. Die maatregelen kunnen in verschillende fasen zijn: de verkenningsfase, de testfase, en de uitvoeringsfase (soms ook op grotere schaal). Daarnaast zijn er drie categorieën waar de oplossingen in vallen: veiligheid tegen overstromingen, sediment en getij en water- en bodemkwaliteit. Op de eindconferentie stonden deze 15 oplossingen vol in de aandacht.

Oplossingen in de Schelde

Van die vijftien oplossingen zijn vier voortgekomen uit projecten binnen het Schelde-estuarium:

  • De grensoverschrijdende proefstorting: momenteel wordt de zandige baggerspecie van het onderhoud van de vaargeul in de Beneden-Zeeschelde naar de Schaar van Ouden Doel gebracht. De capaciteit van deze stortlocatie wordt in stand gehouden door commerciële zandwinning, waardoor de zandvoorraad van het Schelde-estuarium stelselmatig vermindert. In een pilot werd onderzocht of de zandige baggerspecie uit de vaargeul in de Beneden-Zeeschelde ook weer teruggestort kan worden in de Westerschelde. Het doel is om te kijken wat de invloed hiervan op de morfologie en het ecosysteem is, en hoe men kan omgaan met administratieve eisen aan grensoverschrijdend sedimenttransport. Dit pilotproject is afgerond.
  • Sedimentpilot in de Scheldemonding: in een praktijkproef in het mondingsgebied van het Schelde-estuarium wordt onderzocht hoe met sedimentbeheer slim kan worden geanticipeerd op de zeespiegelstijging. Zo leren we ‘al werkend’ hoe en waardoor het sediment zich verplaatst en wat de gevolgen daarvan zijn voor de functies en het beheer van het gebied. Er wordt in de pilot 1,5 miljoen kubieke meter gebaggerd zand gestort. Dit project wordt naar verwachting in 2023 uitgevoerd.
  • Morfologisch beheer in de Haven van Antwerpen: door zand slim neer te leggen wil de Haven van Antwerpen kijken of zo de stroming en sendimenttransporten kunnen worden gestuurd. Zo zou het gebied zichzelf beter in stand houden en blijft de vaargeul intact. Dit project is in de verkenningsfase.
  • Vloedschaar bij Wijmeers: in dit gebied is een vloedgeul uitgegraven waardoor de stroming meer verspreid wordt. Dit helpt niet alleen om een verdere toename van de getijslag tegen te gaan, maar blijkt ook een goede oplossing tegen de knijtenplaag, die voordien voor overlast zorgden. Het project is uitgevoerd en de resultaten worden nu gemonitord.

Storymap

Benieuwd geworden naar de oplossingen van andere estuaria als de Elbe, Göta alv, Tees en de Humber? In de storymap van IMMERSE kun je alle oplossingen bekijken met prachtig kaartmateriaal, achtergrondinformatie en meer. Ook lees je er alles over de werkwijze en achtergrond van IMMERSE. Deze storymap wordt het komende jaar nog bijgewerkt naargelang de laatste resultaten beschikbaar komen.

Voor de beste ervaring bekijk je de Storymap fullscreen via: arcg.is/05H0nH

Vervolg tot 2023

Het laatste onderwerp gaat over onderzoek naar microplastics: hierin wordt een overzicht gemaakt van de verspreiding van microplastics in verschillende estuaria. Zo zijn in het kader van OMES al eens metingen in de Schelde geweest op dit gebied, en kan daarop worden aangesloten.

Daarnaast zijn er in dit kader plannen voor twee pilots. In Zweden wordt gewerkt aan een oplossing om te voorkomen dat microplastics in de rivier belanden. Uit onderzoek naar de herkomst van die stoffen bleek dat bandenslijtage microplastics vanaf de weg naar de rivier brengt. Door het concept ‘rain gardens’ wordt regenwater wat op de weg bezinkt, opgevangen en gefilterd, waardoor plastics worden verwijderd. Zo komen er minder microplastics in de rivier terecht. De andere pilot bekijkt of mosselen of algenmatten kunnen helpen om microplastics uit het water te filteren. Dat worden ‘biological agents’ genoemd.