14 oktober 2019

Slikken in de Westerschelde groeien dankzij strekdammen

Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) concludeert in een rapportage dat de maatregelen tegen natuurverlies in de Westerschelde positief effect hebben. De aangelegde strekdammen zorgen voor nieuwe slikken bij Ossenisse en Paal.

Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) concludeert in een rapportage dat de maatregelen tegen natuurverlies in de Westerschelde positief effect hebben. De aangelegde strekdammen zorgen voor nieuwe slikken bij Ossenisse en Paal.

Schermafbeelding van de uitzending van omroep Zeeland over het onderzoek naar slikken.

Doordat het slik al zo’n halve meter gegroeid is in twee jaar, zijn er nu al veel meer vogels te zien. Een boel kokmeeuwen en scholeksters, maar ook wulpen en strandlopers. De Westerschelde is een belangrijke broedplaats voor trekvogels, en dus zijn slikken, zandplaten en schorren van groot belang. Hier vinden ze tenslotte een beschutte plek en voldoende voedsel.

Natuurpakket Westerschelde in uitvoering

Speerpunt van de VNSC is het in duurzame balans versterken van de belangen van een veilig, toegankelijk en natuurlijk Schelde-estuarium. Voor de Westerschelde is daarom het Natuurpakket Westerschelde ontwikkeld, waarmee de estuariene natuur met zo’n 600 ha wordt uitgebreid. Door strekdammen aan te leggen wordt het ontstaan van zo’n 200 hectare nieuwe zilte natuur gestimuleerd. De realisatie van de andere 400 ha aan natuurherstel vindt plaats op de locaties Perkpolder, Het Zwin, Waterdunen en Hedwigepolder. 

Het pakket boekt dus goede resultaten, concluderen de onderzoekers. Regelmatig worden metingen aan de slib en het bodemleven uitgevoerd. Dan bekijken onderzoekers hoe het slib zich ontwikkelt, en hoeveel wormpjes, slijkgapers of zeeduizendpoten er bijvoorbeeld gedijen in het slib. De goede ontwikkelingen wijzen erop dat vogels hier een goed maaltje kunnen vinden.