17 juni 2016

Boost voor buitendijkse natuur in de Westerschelde

De natuur in de Westerschelde is uniek. Om ze te beschermen zette Nederland het ambitieuze natuurherstelprogramma Westerschelde op. Het doel: 600 hectare gloednieuwe natuur ontwikkelen. Ook de buitendijkse gebieden worden aangepakt. Deze zomer starten de werken in Baalhoek bij Kloosterzande en Knuitershoek bij Ossenisse, beide in de gemeente Hulst.

Op heel wat plekken staat de natuur in de Westerschelde onder druk door menselijke ingrepen. Daarom heeft Nederland meerdere natuurherstelprojecten opgezet, alles samen goed voor 600 hectare natuur in en rond de Westerschelde. De ontpoldering van de Hedwigepolder en de uitbreiding van het Zwin zijn goed voor meer dan 300 hectare Nederlandse natuur. In 2013 begonnen de werken om nieuwe zilte natuur te creëren bij Waterdunen en sinds 2015 loopt er weer Scheldewater in Perkpolder. Op het programma staan nu vijf buitendijkse gebieden: Baalhoek, Knuitershoek, Bath, de Platen van Ossenisse en de Hoofdpolderplaat.

Kwaliteitsverbetering

Hoe kunnen we de kwaliteit van de bestaande natuur in de Westerschelde verbeteren zonder verder te ontpolderen? Dat was het uitgangspunt van de Provincie Zeeland, die de projecten uitvoert. “Zo is het idee ontstaan om de buitendijkse natuurgebieden onder handen te nemen”, legt Miek Geerts, projectmanager bij Provincie Zeeland, uit. “In de veenlaaggebieden Baalhoek, Knuitershoek en Bath is de voedselrijke sliblaag door erosie weggespoeld. Er blijft alleen een voedselarme veenbank over. In de nevengeulgebieden Platen van Ossenisse en de Hoofdpolderplaat is de grond voedselarm. Met gerichte ingrepen willen we de natuur nieuw leven inblazen.”

Paradijs voor steltlopers

De uitwerking van de eerste twee veenbankprojecten, Baalhoek en Knuitershoek, wordt in juli gegund. De werken gaan meteen daarna van start. Miek Geerts: “Met strekdammen zullen we de stroomsnelheid van het water verlagen. Daardoor blijft er slib achter. Die aanslibbing vormt op tien jaar tijd een droogvallend slik met ondiep water. Zo toveren we een voedselarme veenlaag om tot een rijk natuurgebied met veel bodemleven. Een waar paradijs voor foeragerende steltlopers. De werken verlopen in twee fasen, van juli tot oktober 2016 en in het voorjaar van 2017. Van november tot april pauzeren we: dan komen heel wat vogels in het gebied overwinteren en voedsel zoeken.”

Ook bij Bath komen er strekdammen. Miek Geerts: “We toetsen het ontwerp nog aan de ecologische randvoorwaarden. Dat is de laatste stap voor we aan het vergunningstraject beginnen. In 2017 willen we aanbesteden. Provincie Zeeland laat intussen Svašek Hydraulics morfologische berekeningen uitvoeren voor de Platen van Ossenisse en de Hoofdpolderplaat. Welke ingrepen daar mogelijk zijn, weten we nog niet zeker. We werken dit jaar verder aan het ontwerp, de aanbesteding volgt waarschijnlijk in 2018.”

Bijgestaan door experts

Aan de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van alle buitendijkse natuurprojecten hangt een kostenplaatje van 25 miljoen euro. De Nederlandse Rijksoverheid financiert en provincie Zeeland coördineert de projecten. Een werkgroep ontwikkelt alle ontwerpen samen met partijen die expertise hebben op buitendijks terrein: Rijkswaterstaat, het Waterschap Scheldestromen, Provincie Zeeland en verschillende experts. Voor de uitvoering van de projecten in Baalhoek en Knuitershoek doet de provincie Zeeland een beroep op de projectorganisatie Waterveiligheid, een samenwerking van het Waterschap Scheldestromen en Rijkswaterstaat Zee en Delta. Ook voor Bath hoopt de provincie op die manier te kunnen samenwerken.

Knuitershoek, een van de veenbankprojecten die binnenkort worden aangepakt.

Copyright Provincie Zeeland.