Derde verruiming van de Schelde

Internationale rederijen zetten steeds meer en steeds grotere containerschepen in. Om de zeehavens in Antwerpen, Vlissingen en Terneuzen ook voor deze schepen bereikbaar te maken, werd de Schelde al drie keer uitgediept. Dat komt de welvaart in de hele regio ten goede. Dat de derde Scheldeverruiming er moest komen, beslisten Vlaanderen en Nederland in 2005 in het kader van de Ontwikkelingsschets 2010. De werken gebeurden van 2007 tot en met 2010. Door de verdieping van de Schelde hebben schepen met een diepgang tot 13,10 meter nu op elk moment toegang tot de haven van Antwerpen.

Waar werd de vaargeul verruimd?

Tijdens de derde verruiming werd het deel van de Westerschelde uitgediept dat begint aan de Belgisch-Nederlandse grens en eindigt in Vlissingen. Op Vlaams grondgebied gebeurde de verruiming over een afstand van ongeveer vijf kilometer.

Hoe verliep de derde Scheldeverruiming?

Voor de derde verruiming werd eenmalig op twaalf ondiepe plaatsen in de Westerschelde 7,7 miljoen kubieke meter baggerspecie bovengehaald, voornamelijk zand. Tegelijk gebeurden er bijkomende werken, zoals het bergen van wrakken en obstakels. Een jaarlijks onderhoud volstaat om de nieuwe diepte en breedte van de vaargeul te behouden. In de Beneden-Zeeschelde werd er 5,9 miljoen kubieke meter baggerspecie bovengehaald. Daar werden de Drempel van Frederik en de Drempel van Zandvliet verdiept. Ook de drempel voor het Deurganckdok werd weggebaggerd. Bovendien maakte een zwaaizone stroomopwaarts van de Europaterminal deel uit van de werken.

Flexibel storten

Het gebaggerde zand wordt terug in de Westerschelde gestort. Monitoringsresultaten en nieuwe inzichten bepalen de precieze plaatsen waar dat het best gebeurt. Dat zogenaamd flexibel storten speelt een belangrijke rol om eventuele natuurschade als gevolg van de baggerwerken te voorkomen. Het helpt om de natuurwaarden en de ecologie van de Scheldebodem in stand te houden en zo mogelijk verder te ontwikkelen. De methode van flexibel storten is ingevoerd vanaf de derde verruiming van de Schelde.

Wie voerde de derde verruiming uit?

De afdeling Maritieme Toegang van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken stond in voor de verruiming van de Zeeschelde en van de Westerschelde.
De effecten van de verruiming op de Westerschelde worden nog altijd opgevolgd. Dat gebeurt door de Projectgroep Flexibel Storten, die deel uitmaakt van de werkgroep Onderzoek en Monitoring van de VNSC. Ze is samengesteld uit de verschillende betrokken Vlaamse en Nederlandse diensten. In haar tweejaarlijkse voortgangsrapport evalueert de Projectgroep Flexibel Storten ook de effecten van de verruiming op de Zeeschelde.